In dit artikel zal het onderwerp Landkaartje op een gedetailleerde en uitputtende manier worden behandeld, met als doel de lezer een volledige en begrijpelijke visie op dit aspect te geven. De oorsprong ervan, de evolutie ervan in de loop van de tijd, de implicaties ervan in de samenleving en de relevantie ervan vandaag de dag zullen worden onderzocht. Op dezelfde manier zullen verschillende standpunten worden geanalyseerd en zullen relevante gegevens en statistieken worden gepresenteerd om de gepresenteerde argumenten te ondersteunen. Met deze analyse willen we een verrijkend perspectief bieden dat uitnodigt tot reflectie en debat.
Landkaartje | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Voorjaarsvorm | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Araschnia levana Linnaeus, 1758 | |||||||||||||||
Zomervorm | |||||||||||||||
Rups | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Landkaartje op Wikispecies | |||||||||||||||
|
Het landkaartje (Araschnia levana) is een dagvlinder uit de familie Nymphalidae.
De onderkant van de vleugels is een netwerk van lijnen en daar dankt deze vlinder zijn naam aan. Bijzonder aan deze vlinder is dat er twee vormen zijn. De eerste generatie in het voorjaar is oranjerood met zwarte vlekken terwijl de zomergeneratie zwart is met een witte band en rood-oranje streepjes op de bovenvleugel. De voorjaarsgeneratie is met een voorvleugellengte van 16 tot 18 millimeter ook kleiner dan de zomergeneratie met 17 tot 21 millimeter. Door het aderwerk op de onderzijde kan de zomervorm niet verward worden met andere vlinders zoals de kleine ijsvogelvlinder of de voorjaarsvorm met parelmoervlinders. De verschillende vormen had Carl Linnaeus in 1758 als twee verschillende soorten beschreven. De voorjaarsvorm als Papilio levana en de zomervorm als Papilio prorsa. De seizoensdimorfie wordt veroorzaakt door de diapauze die de overwinterende poppen van de voorjaarsvorm ondergaan.
Het landkaartje komt in grote delen van Europa algemeen voor en heeft als leefgebied de bossen, tuinen en bosranden. De vlinder vliegt van zeeniveau tot 1500 meter. De vliegtijd is van april tot en met oktober.
De waardplant van de rupsen is de grote brandnetel.
Bronnen
Referenties |