Tegenwoordig is Presidium van de Opperste Sovjet een onderwerp van groot belang in de huidige samenleving. Decennia lang is Presidium van de Opperste Sovjet het onderwerp van belangstelling en debat geweest op verschillende gebieden, van politiek tot wetenschap. Er zijn veel aspecten rondom Presidium van de Opperste Sovjet, van de oorsprong tot de mondiale implicaties ervan. In dit artikel zullen we enkele van de meest relevante facetten van Presidium van de Opperste Sovjet verkennen, waarbij we ingaan op de vele dimensies en gevolgen ervan vandaag de dag. Van zijn invloed op de economie, via zijn repercussies op het dagelijks leven, tot zijn relatie met andere kennisgebieden, wordt Presidium van de Opperste Sovjet gepresenteerd als een onderwerp van studie en reflectie van groot belang om de huidige wereld te begrijpen. Langs deze lijnen zullen we enkele van de ideeën en theorieën analyseren die rond Presidium van de Opperste Sovjet naar voren zijn gekomen, evenals de perspectieven en debatten die vandaag de dag nog steeds geldig zijn.
Het Presidium van de Opperste Sovjet van de USSR (Russisch: Президиум Верховного Совета СССР, Prezidium Verkhovnogo Soveta), was een staatsorgaan in de voormalige Sovjet-Unie. Het was gehuisvest in het Kremlin in Moskou.
Na de verkiezing van een nieuwe Opperste Sovjet kwamen de beide kamers van dit parlement, de Sovjet van de Unie en de Sovjet van de Nationaliteiten in een gezamenlijke zitting bijeen om een Presidium van de Opperste Sovjet te kiezen. Het Presidium van de Opperste Sovjet bestond uit één voorzitter, één eerste vicevoorzitter, 15 vicevoorzitters (van iedere republiek één), een secretaris en 21 leden. Het Presidium moest verantwoording afleggen aan de Opperste Sovjet.
Omdat de Opperste Sovjet slechts tweemaal per jaar bijeen kwam, vormde het Presidium van de Opperste Sovjet het dagelijks bestuur. De Voorzitter van het Presidium van de Opperste Sovjet van de USSR was het staatshoofd van de Sovjet-Unie, vergelijkbaar met dat van ceremonieel president van een republiek. De macht van de Voorzitter was echter beperkt daar de werkelijk macht lag bij de secretaris-generaal van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie (CPSU).
De functies van het Presidium van de Opperste Sovjet van de USSR volgens de grondwet van 1977, hoofdstuk 15, artikel 121, 122 en 123:
Wanneer noodzakelijk kon het Presidium ook onderzoeks- en controlecommissies benoemen. Volgens de grondwet van de USSR was een van de opdrachten van het Presidium het vormen van "volkscontrolecomités" die als opdracht hadden het controleren "van alle staatsorganen," hetgeen dus niet betekende dat het Presidium het werkelijke machtsorganen van de USSR, het Politbureau en het Centraal Comité van de CPSU kon controleren.
Na het aflopen van de termijn van de Opperste Sovjet behield het Presidium van de Opperste Sovjet haar functies totdat er een nieuw Presidium was gekozen.
Alle unierepublieken, zowel de socialistische sovjetrepublieken als de autonome socialistische sovjetrepublieken hadden opperste sovjets en presidiums van deze opperste sovjets. Hun macht werd vastgelegd in de grondwetten van de afzonderlijke republieken. De functies van de Presidiums van de unierepublieken week niet veel af van die het Presidium van de Opperste Sovjet van de USSR, zij het natuurlijk dat hun macht reikte tot die van de grenzen van de unierepubliek.