Dit artikel gaat in op de kwestie van Wolfspinnen, die vandaag de dag van het grootste belang is. Wolfspinnen is een onderwerp dat op verschillende terreinen grote belangstelling heeft gewekt, zowel op academisch, wetenschappelijk, sociaal als cultureel gebied. Door de geschiedenis heen is Wolfspinnen het onderwerp geweest van studie en debat, wat tegenstrijdige meningen en diverse onderzoeken heeft opgeleverd die onze kennis over dit onderwerp hebben vergroot. In die zin is het relevant om de verschillende perspectieven rond Wolfspinnen te analyseren, evenals de implicaties die dit heeft in de huidige samenleving. Daarnaast zullen de vooruitgang en uitdagingen waarmee Wolfspinnen momenteel wordt geconfronteerd, worden onderzocht, evenals de mogelijke oplossingen en reacties op de problemen die dit met zich meebrengt.
Wolfspinnen | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||
| |||||||||
Familie | |||||||||
Lycosidae Sundevall, 1833 | |||||||||
Wolfspin met jongen op haar rug | |||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||
Wolfspinnen op Wikispecies | |||||||||
(en) World Register of Marine Species | |||||||||
|
Wolfspinnen zijn spinnen behorende tot de familie Lycosidae.
Wolfspinnen zijn lichtgrijs tot donkerbruin, vaak getekend met strepen of vlekjes. De lichaamslengte varieert van 0,4 tot 4 centimeter.
Sommige soorten leven in holtes om hun prooien op te wachten terwijl andere rondzwerven op zoek naar een geschikt slachtoffer. In tegenstelling tot de meeste andere spinnen hebben wolfspinnen een goed gezichtsvermogen en kunnen zodoende goed jagen. Ze zijn nachtactief.
Op de spinnen uit het geslacht Sosippus na gebruiken alleen de wolfspinnen hun spinsel niet om vallen te maken, wel is er van een aantal soorten bekend dat ze hun spinsel gebruiken als soort van reddingslijn, tijdens het lopen spinnen ze een lijn die voorkomt dat ze in dieptes vallen of wegwaaien. Mannetjes die een lijn van een vrouwtje vinden, volgen deze ook dikwijls om zodoende te kunnen paren.
Vrouwelijke spinnen dragen hun bevruchte eieren mee in een eicocon, een ronde zak van draad. Gravende soorten verbergen hun eicocon ondergronds. Na het uitkomen van de eitjes klimmen de jongen op de rug van hun moeder, die ze gedurende aanzienlijke tijd mee draagt.
Deze familie komt wereldwijd voor, zelfs in het noordpoolgebied, meestal op de grond in de strooisellaag. In de Benelux is de gewone wolfspin een algemeen voorkomende soort.
Zie lijst van wolfspinnen voor een overzicht van soorten naar geslacht.